In Hilvarenbeek omzeilden we nog wat toeristen die zich op het Marktplein verschansten in de luwte van de terrassen. We streken neer in het Nationale Likeur en Frisdranken Museum, gesticht door de firma Jonker. Daar kregen we eerst een lunch aangeboden. Al snel werden we in twee kampen verdeeld, om vervolgens in de wondere wereld van de likeur te worden gedompeld. Zo was daar te zien een reusachtig illegaal stookvat, waar tot een jaar of tien geleden nog flink wat pure alcohol mee werd gestookt. De moelijkheid voor de stoker was vooral om aan grote hoeveelheden suiker te komen voor zijn bedrijfje. Hij werd gepakt en heeft later samen met de man van de Fiod de ketel onthuld in het museum. Eind goed al goed.

Ooit van een kogelflesje fris gehoord? Ja, maar wat is dat dan? Nou dat werd ons ook uitgelegd. Het is een fles met daarin een glazen kogel die onder druk van het koolzuur de fles van binnenuit afsluit. Een klap erop en je kunt hem uitschenken. Voor WOII kwam vooral de kroonkurk in zwang. De gids vertelde ons ook dat niet iedereen een kurkentrekker bezat vroeger. Dan werd ook wel de kurk in de likeurfles geduwd om hem open te krijgen. Dat leverde een probleem op bij het schoonmaken van de retourflessen. Ook daar was iets op gevonden, een vernuftig ding om de kurk uit de fles te trekken. We kregen een zogenaamd korte rondleiding, maar ik denk dat de echte rondleiding wel twee uur zou hebben geduurd. We hadden dorst en daar bood dit museum een uitstekende oplossing voor door aan het eind van het verhaal te eindigen in het proeflokaal. Achter de bar stonden twee aardige dames die likeurtjes in allerlei smaakjes voor je inschonken. Het leek wel of we in Frankrijk een proeverij meemaakten. Een beetje beneveld wellicht, maar met goeie zin, stapten we weer naar buiten om in de opgewarmde Tractions te stappen.

Ik starten, maar niks hoor. Bleef mijn startmotor hangen, de bendix had er geen zin meer in. Dus effe een zetje en daar reden we weer door het mooie Hilvarenbeek. Het tweede deel van de route was minstens zo mooi als het eerste deel. Knap jongens om zulke mooie wegen te vinden! Omdat heel Nederland dit laatste zomerweekend toch nog even wilde fietsen, of een terrasje wilde pikken was het overal gezellig druk. Dus weer vele dorpspleintjes hebben we verfraaid met een optocht van antieke auto's, en daarbij aardig zwaaiende mensen ontmoet. Op zo'n mooie dag heeft iedereen goei zin en dat was te merken. 

Dat het bij TANZuid blijkbaar altijd feest is, bleek wel op het eindpunt, waar het terras voor ons was gereserveerd op naam van CV Traction Avant Club (CV = carnavals vereniging). Waar het terras van boscafe de Brandtoren in Reusel aan de voorzijde uitpuilde van de mensen, hadden ze voor ons een heerlijk terras achter in de schaduw gereserveerd. Na een rondje van Theo en Jos kon de eigenaar van dit cafe met een vrolijke glimlach op zijn gezicht melden dat de snert met roggebrood en spek klaarstond. Je zag hem denken, aardige mensen die oldtimer rijders - maar wel een beetje vreemd om met 25 graden snert te willen eten... De soep was overigens heerlijk, en Theo we hebben de zonnepitten die speciaal voor deze zomerse dag waren toegevoegd zeker geproefd! Een dag met PIT waarvoor onze grote dank!!

Marc en Lia Vos