Nadat de het plaatwerk was gestraald, werd de tand des tijds goed zichtbaar en een overweging om aan de grote klus te beginnen.

In zijn meubelwerkplaats werd een hoekje ingericht, waar de coque werd neergezet en stukje bij beetje werden de gemeenplaatsen geïnventariseerd en aangepakt. Dit betekende vooral dat de kokers onder de deuren en de achterzijde van de coque en delen van de vloer vervangen moesten worden. Dit proces neemt veel tijd in beslag, maar ook vraagt de techniek van de restaurateur. Met hulp van ….. werden de rotte delen er uitgeslepen en stelselmatig werden deze “open” plaatsen voorzien van nieuw plaatmateriaal. Hij heeft zelf verhoogde bokken gefabriceerd waardoor het werken op zithoogte zeer comfortabel is. Voorheen was er een constructie waar hij de carrosserie kon kantelen.

In deze fase verkeert het project, wat voor ruim 13 belangstellende leden een reden was op af te reizen naar Vlaardingen.

Het weer en het verkeer werkte mee, zodat we rond 10.30 uur gewoontegetrouw allen aan de koffie/thee en koek konden in zijn ontvangstruimte. Na een korte introductie van twee vrij nieuwe gezochten (Frits Cranendonk uit Budel en Alex Bogaarts uit Vlaardingen) en hun verhaal over hun traction(s) kon Arie zijn verhaal over de aanloop en zijn aanpak kwijt aan de groep.

Daarna naar de werkplaats, maar niet voordat Arie zijn vakmanschap toonden t.w. het vervangen van het houtwerk aan de achter-zittingen en voorzittingen. De origineel van beukenhout vervaardigde mallen waren behoorlijk aangetast en werden nu vervangen door eikenhouten delen. Dit gaat de Traction overleven waren de opmerkingen. Dit project op zich is al een sleuteldag waard.

Om de leden een goede indruk te krijgen van het vertinnen van de plaatdelen, fungeerde een donor deur, waarin een plaat was gelast.

Het procedé is dan als volgt: Eerst worden de lasnaden goed vlak geslepen, met en voorkeur middels een lamellenschijf. Daarna met een staalborstel goed kaal en schoon maken. Van belang voor de hechting. Vervolgens smeer je (zuurvrije)tinpasta (werkt als S39) er op, waarbij je vooral de open deeltjes goed insopt. Dan komt het eigenlijke proces aan de beurt. Met een brander worden het oppervlak van de ingesmeerde pasta voorzichtig verwarmd en met een doek wordt de pasta met een veeg weggehaald. Het resultaat is een blinkend vlak van een kleine tin laagje. Het oppervlakte wordt a.h.w. wat geëtst. Na het vertinnen, het overtollige vloeimiddel goed met water verwijderen, daar waar dit niet gebeurt zal zich weer roest gaan vormen

Vervolgens wordt met een staafje tin, al verwarmend van zowel het plaatwerk als het tin staafje op deze plekken aan gebracht. Dit vraagt geduld en een rustige hand. Met een houten spatel, gedoopt in lijnolie, wordt het tin vervolgens vlak getrokken. Mogelijk worden er plaatsen zichtbaar waar het tin zich nog niet gehecht heeft, dat betekent weer schoonmaken, pasta er op en wederom vertinnen. Dit doe je beslist niet te overhaast en ook niet te grote hoeveelheden aanbrengen. Het plaatwerk mag ook niet te heet worden, want de kans op vervorming is groot.

Na wat afkoeling wordt de rasp erbij gehaald. Dit gereedschap kun je hol of bol in stellen. De truc is om de rasp enigszins schuin op het vlak te plaatsen en dan met streken in dezelfde richting het overtollige tin te verwijderen. Plaats je de rasp vlak op het tin loop je de kans dat de groeven van de rasp vollopen en dat betekent weer extra werk om het tin uit de groeven te krijgen.

Een apart hoofdstuk vorm de staaf tin. Het is in feite een legering van tin en lood. Tin voor de hechting en het lood voor het opvullen. Tin-lood soldeer is een zachtsoldeer met een smelttemperatuur van ongeveer 250oC. Belangrijk is de verhouding . Idealiter is dat punt aanwezig bij 61,9 procent tin en 38,1 procent lood. Op de markt zijn de staven te koop met de kwaliteit 75%lood en 25% tin.

Al doende leerden we van de oldschool vakman Henk Maas e.e.a. over het plaatwerk. Het originele plaatwerk van de traction is 0.8 mm dik. In de jaren 50 was veel plaatmateriaal in de handel verkrijgbaar van het merk Peacock. Dat was goed en ook duur. Het huidige plaatwerk is veelal 0.6 mm dik.

Vroeger werd het plaatwerk, wat uitgedeukt werd, altijd met tin opgevuld. Momenteel wordt vrijwel altijd plamuur gebruikt.

Het is ook van belang of je het vertinnen uitvoert op een liggend deel of een staand deel. Vooral dat laatste is het voorzichtig verwarmen een punt van aandacht. Wordt het plaatwerk te warm, loopt het tin op de grond. Bij liggende delen is dat minder het geval.

De algemene vraag uit het gezelschap is dat we opriep moeten doen aan de leden voor namen/adressen van oude uitdeukers. Deze kunnen ons mogelijk nog wat meer leren over, van, voor het te volgen procedé.

Na deze behandelingen zal primer en een dun laagje plamuur de finishing touch zijn de spuiter.

Het gehele proces is door Arie en Henk uitvoerig gedemonstreerd. Niemand van de aanwezigen had de euvele moed ook een poging te wagen. Zoals een lid opperde: mooi om te zien, maar daar begin ik niet aan!

De lunch met de overheerlijke voedzame soep van Ingrid maakte veel tongen los. Veel vragen naar onderdelen en tips. O.a. is er een vraag naar compleet interieur voor een BN. Wie heeft nog iets liggen?

Aan de coque is een kokerbalk al behandeld. Het plaatwerk in de kofferbak is door hem zelf vervaardigd t.w. de versteviging gleuven (zie foto) zijn door hem minutieus nagemaakt door met een speciaal zelf vervaardigd stans hulpmiddel. Fred van der Knaap was hem daarbij altijd behulpzaam

Ook demonstreerde hij een pneumatische verzettang. Menigeen herinnerde zich het handmatig aanbrengen van flensen aan plaatwerk, waarbij blaren en spierkrampen het gevolg waren. Met dit eenvoudig hulpmiddel kun je gemakkelijk en snel een flensnaadje maken Ook kun je kleine gaatjes stansen voor b.v. schroeven en/of klinknagels.

Op internet staat e.e.a. nog beschreven: https://www.oldtimerrestauratie.com/index.php/plaatwerken

https://www.rustbuster.nl/Solderen_enzo/Vertinnen.htm

De afsluiting werd vergezeld met een dankwoord en een attentie aan onze gastheer Arie. Het applaus was niet van de lucht, echter Arie verraste ons wederom door aan ieder lid een sleutelplankje in de vorm en uitvoering van een traction (jammer voor Cees B. geen koffermodel). Deze geste kunnen we allemaal zeer waarderen.

Voldaan en een indringende ervaring rijker zijn we huiswaarts gekeerd. Arie … bedankt!                    

John Branderhorst.

 [JB1]