De meest voorkomende oorzaken van problemen zijn:
- Een vervuilde carburateur: door bezinksel uit de benzine kunnen de sproeiers verstopt raken.
- Een loszittende carburateur: als de moeren van de carburateurvoet niet goed vast zitten, kan er langs de voetpakking valse lucht in de motor worden aangezogen.
- Een lekkende carburateur: als de vlotter lek is, of de vlotternaald niet goed afsluit, zal er teveel benzine naar de carburateur worden gepompt en gaat deze overlopen.
- Een lekkend membraan van de acceleratiepomp. Het effect is hetzelfde als hiervóór beschreven.
- Overmatige speling in het asje van de gasklep: als de gaten van het asje te ruim zijn geworden, zal er valse lucht worden aangezogen.
- Een gescheurd of loszittend slangetje van de vacuümvervroeging: ook dan zal de carburateur valse lucht aanzuigen.
Al dergelijke problemen zorgen dat de motor niet of slecht loopt. Ze moeten eerst worden opgelost, voordat we aan het afstellen kunnen beginnen. Ik noem dit hier allemaal, omdat mensen soms aan de afstelling van een carburateur gaan rommelen, terwijl ze de echte oorzaak van het slechte lopen van de motor niet verholpen hebben.
Een carburateur moet regelmatig worden schoongemaakt. Zeker en juist ook, als er weinig met de Traction wordt gereden. Als we weinig rijden, krijgt bezinksel uit de benzine juist meer kans om op het binnenwerk neer te slaan. Het advies is, de carburateur eens per twee jaar schoon te maken.
Om een carburateur te kunnen schoonmaken, moet hij van de motor af worden gehaald, en zal hij verder uit elkaar moeten worden gehaald. Dit laatste is het onderwerp voor een andere video. Maar nadat de carburateur (met nieuwe pakkingen!) weer in elkaar is gezet en op de auto is gemonteerd, zal hij opnieuw moeten worden afgesteld. Dát is wat we hier gaan laten zien.
Voor het verdere verhaal moeten we uitgaan van een aantal veronderstellingen. Ten eerste moet de carburateur goed in orde zijn, en mag geen van de eerder genoemde problemen aan de orde zijn. Zo ja: eerst die problemen oplossen! Ten tweede moet de ontsteking van de motor correct zijn afgesteld. Als dit niet zou kloppen, wordt het afstellen van de carburateur een bijna hopeloze zaak. Er is een andere video die laat zien hoe je de ontsteking moet afstellen.
Om de carburateur goed te kunnen afstellen, moet de motor warm zijn. Niet (bijna) kokend heet, maar gewoon bedrijfswarm.
Start de motor en zorg dat de knop van de handverstelling van de ontsteking in de “rijstand” staat. Dat is de stand waarin we de ontsteking tijdens het rijden hebben staan. We gaan nu twee dingen afstellen:
Ten eerste het stationaire toerental. Bij het asje van de gasklep zit een stelschroef met een veertje eronder. Met behulp van een schroevendraaier verdraaien we de stelschroef heen en weer totdat de motor op een prettig stationair toerental draait. Dat zal in de praktijk rond de 600-650 toeren liggen. Een hoger toerental is vooral irritant bij het wegrijden en schakelen. Een lager stationair toerental staat misschien heel stoer (kijk eens hoe rustig mijn motor loopt…), maar je zal er in de praktijk alleen maar last van hebben omdat de motor om de haverklap zal afslaan.
Het tweede dat we moeten afstellen, is het mengsel bij stationair draaiende motor. In de carburateurvoet zit een tweede stelschroef met een veertje eronder. Deze stelschroef eindigt in een scherpe punt, en door hieraan te draaien wordt meer of minder vernevelde benzine tot de luchtstroom van de stationair draaiende motor toegelaten.
Voor het afstellen van het stationaire mengsel kunnen we een uitlaatgastester gebruiken. Dan kunnen we het mengsel zó instellen dat het CO gehalte van de uitlaatgassen zo laag mogelijk is. In theorie lijkt dat heel aardig, maar in de praktijk zal de Traction motor dan niet prettig lopen. Bovendien hebben de meeste eigenaren geen uitlaatgastester tot hun beschikking.
De gebruikelijke manier om het stationaire mengsel af te stellen, is als volgt. Laat de (warme) motor stationair draaien en draai de mengselschroef voorzichtig met de wijzers van de klok mee. De motor zal op een gegeven moment bijna afslaan. Voordat dit gebeurt, draaien we de stelschroef weer langzaam ongeveer een halve tot driekwart slag terug totdat de motor regelmatig en mooi rond loopt. Niet verder dan dat!
Als je vindt dat de motor dan stationair te snel of juist te langzaam loopt, kan je de stelschroef van de gasklep nog een beetje verdraaien. Herhaal vervolgens het ritueel met de stelschroef voor het stationaire mengsel. Als je dit een paar keer doet, krijg je als het goed is een perfect lopende motor.
De test of we het allemaal goed hebben gedaan, vinden we achteraan de auto, bij de uitlaat. Als zowel de ontsteking als de carburateur goed zijn afgesteld, zal je in de uitlaat geen of bijna geen gesputter of geplof mogen horen. Als we weer naar voren lopen en onze hand op het kleppendeksel van de stationair draaiende motor leggen, zullen we ook voelen dat de motor mooi rond en zonder haperingen draait.
Als je dit een beetje in de vingers krijgt, is het zelf afstellen van een Traction motor goed te doen en best leuk!